wettelijke basis

Het examen is gebaseerd op de Europese wet- en regelgeving en de vertaling daarvan naar Nederlandse wetgeving, met name het Besluit spoorwegpersoneel en de TSI OPE, exploitatie en verkeersleiding, en de uitwerking daarvan door ProRail in de Regeling Communicatieprocedures en het Boek van Europese en nationale instructies.

De te toetsen vakbekwaamheidseisen staan verwoord in het examenprogramma; onderaan deze pagina te openen.

opbouw bevoegdheid

Het examen bestaat uit simulatie-opdrachten, die zich afspelen op het traject Lakerveld - Zederik - Minkeloos vice versa. Deze plaatsen bestaan in werkelijkheid, maar er ligt geen spoor.

Het gaat om drie korte gesprekken, die alle drie worden gevoerd en afgerond, ook als er fouten zijn gemaakt. Het examen bevat kritische en niet-kritische punten. Kritische punten zijn punten die als ze fout worden gedaan direct gevaar kunnen opleveren voor de spoorwegveiligheid. Een kritisch punt moet altijd voldoende zijn:

  • identificatie bij aanvang van het gesprek
  • plaatsbepaling
  • het uitspreken van getallen, nummers
  • herhalen van het bericht
  • het aanspreken van de ander
  • afsluiten met het (iuiste) identificatienummer
  • het invullen van variabelen op de European Instructions

Het examen wordt afgenomen door gecertificeerde examinatoren van VVRV (één in de rol van examinator en één in de rol van spelleider). In een uitzonderlijke situatie kan het voorkomen dat alleen de spelleider aanwezig is en de examinator op een later tijdstip de geluidsopnamen beoordeeld.

De kandidaat ontvangt de uitslag na enkele dagen (maximaal 10 werkdagen).

In het examen veiligheidscommunicatie gaat het om gespreksregels en communicatieprocedures. Het gaat daarbij niet om de handelingen van de veiligheidsfunctionaris in zijn vakgebied, maar om de juiste toepassing van de regels en procedures veiligheidscommunicatie zoals beschreven in de Regeling communicatieprocedures van Prorail.

toelatingseisen

  • De kennis van specifieke terminologie en kennis van de te volgen procedures is aanwezig. 
  • De kandidaat beschikt over voldoende kennis van het Nederlands om de gebruikelijke procescommunicatie te kunnen voeren en begrijpen (artikel 5 van het Besluit spoorwegpersoneel 2011). Het niveau dat minimaal nodig is om deze communicatie te kunnen uitvoeren is het niveau B1 zoals gedefinieerd door de CEF en de ongeveer gelijke taaleis in de Europese richtlijn 2007/59/EG bijlage VI, punt 8 en de TSI Operations (niveau 3). De kandidaat moet de taal duidelijk kunnen spreken; zonder dialect of accent dat de verstaanbaarheid negatief beïnvloedt.

benieuwd hoe het er bij een examen aan toe gaat ? 

We hebben van het examen veiligheidscommunicatie korte video films gemaakt, zie de links hieronder. Deze geven een goed beeld van wat u kunt verwachten. In de loop van de tijd kunnen wel kleine aanpassingen aan de examens plaatsvinden, waardoor deze op details kunnen afwijken van de films.

U kunt de informatie over de inrichting en het verloop van het veiligheidscommunicatie examen ook nog nalezen via de bijlage hieronder.